Skip to content

De paden op, de lanen in

Na de wandeling in Tibet heb ik de smaak te pakken! Waar ik in Nederland nooit zoveel zin heb om enkel voor mijn plezier te wandelen, denk ik daar tijdens deze reis heel anders over. En dat is maar goed ook want Nepal is een heus wandelland. In iedere uithoek van het land kun je wel een trektocht maken waarbij je vervolgens ook nog kunt kiezen uit eenvoudig of hardcore. Voor elk wat wils en je hebt wel een heel goed excuus nodig om onder een wandeling uit te komen.

Cooling down wandeling

Zelf was ik op zoek naar een relaxte wandeling. Niet zo 1 waar je bij iedere stap buiten adem bent maar 1 waarbij ik de Tibet-tocht ‘uit de benen’ kan krijgen. De Everest Base Camp (max. hoogte 5.545 m.) en Annapurna Circuit (max. hoogte 5.416 m.) tocht vielen dus bij voorbaat al af. Volgens de omschrijving in de Lonely Planet voldeed de Ghorepani Poonhill (of Annapurna Panorama) trektocht aan mijn eisen. Deze wandeling is er in verschillende varianten waarbij 3 dagen het kortst is. Je gaat dan heen en terug via dezelfde route. Omdat mijn kuiten inmiddels wel bewijzen dat ik een geoefend wandelaar ben koos ik voor een 7-daagse tocht.

De trek volgt voor een gedeelte dezelfde route als de wandelaars die naar Annapurna Base Camp gaan. Er zijn dus genoeg faciliteiten onderweg en net zoveel toeristen. De maximale hoogte is Poonhill (3.210 meter) en vanaf hier zou je in theorie een prachtig uitzicht moeten hebben op de Annapurna en Machhapuchare gebergtes. Allemaal bergen met toppen boven de 6.000 en 7.000 meter. De hoogste is Annapurna 1 (8.091 m.). Ik zeg in theorie, want je moet natuurlijk wel mooi en helder weer hebben!

Pokhara: de stad van de hippies

Zoals gezegd kun je de wandeling op verschillende plaatsen beginnen of eindigen. Om bij deze startplaatsen te komen vertrek je vaak vanuit Pokhara, een wat grotere ‘hippie-stad’ waar het zowel voor als na een lange wandeling goed toeven is. Mede door het klimaat en de vele eet- en drinktentjes en de ligging aan Phewa Lake. Het authentieke Nepal is er overigens ver te zoeken.

Over die hippies wil ik nog wel even iets zeggen. Sinds mijn aankomst in Nepal valt het mij namelijk op dat alle backpackers opeens in wijde Aladdin-broeken lopen, dreadlocks hebben en (bij de mannen) gigantisch veel lichaamshaar. Daarnaast lijken ze het niet meer nodig te vinden om enige vorm van hygiëne op zichzelf toe te passen en is het een must om steeds iets van een muziekinstrument mee te sjouwen. Wees gerust, ik ben zo ver (nog) niet. Mijn nuchtere Hollandse mentaliteit komt hier weer even om de hoek kijken en daarom vind ik het vooral bijzonder. Ach, ze zullen vast heel gelukkig zijn.

Zware kost én bagage

Terug naar de wandeling. Via de reisorganisatie Greater Nepal krijg ik een gids/ porter mee (Raju). Hij is degene die mij de komende dagen op sleeptouw neemt, de weg weet, mijn vragen kan beantwoorden en ook nog wat van mijn bagage draagt. Pfoeh, als ik daar al geen respect voor had voordat we begonnen, krijg ik het wel tijdens de 2e (en zwaarste) dag van de wandeling. Je zou maar +/- 10 kilo bagage bijna 1.400 meter omhoog moeten sjouwen in de brandende zon. Ik heb het al zwaar met mijn 5 kilo zware rugzak!

Het wandelen an sich is erg rustgevend en er is veel tijd om na te denken. Niet dat ik daar continue mee bezig ben, maar ik heb mijzelf natuurlijk wel een opdracht gegeven voor deze reis. Al lopende tussen de rijstvelden of bossen waar af en toe een kabbelend beekje of waterval te zien is schieten mijn gedachtes dus van hot naar her. Want moet ik de nieuwe Floortje Dessing worden, een reisbureau beginnen voor op maat gemaakte reizen, blijf ik in de online wereld en ga ik mij meer richten op online marketing, of …… Nee, ik ben er dus nog niet uit.

Waar is die kabelbaan?

Gelukkig gaat denken minder goed op de momenten dat we moeten klimmen, en echt, ik ben al geen fan van traplopen, maar nu kan ik voorlopig echt even geen trap meer zien. Wat. Een. Takke-dingen. Op dag 2 lopen we bijna 2 uur lang aan een stuk een trap op! Daarna volgen nog 5 uur aan klimmen, maar zijn de trappen iets meer verspreid. Gelukkig maar, want anders zou ik zijn omgedraaid, denk ik.

We komen tijdens het lopen ook regelmatig een kudde geiten met hun hoeders tegen die op weg zijn naar beneden. Wat die geiten niet weten is dat ze bezig zijn met hun laatste wandeling. Het is namelijk bijna de belangrijkste dag van het Dashain festival en alle Hindu-families slachten op die dag 1 of meerdere geiten om ze daarna te offeren. Arme geitjes… Ben je 2 dagen onderweg en is dat je beloning.

De veelbesproken zonsopkomst

Wanneer we op dag 2 Ghorepani bereiken is het ’s avonds erg helder, daar boffen we dus mee want de bergen zijn nu goed te zien. Onder andere Annapurna South (7.219 m.). Vanaf Ghorepani is het nog zo’n 300 meter klimmen om het hoogtepunt van de wandeling te bereiken: zonsopkomst bij Poonhill. Om half 5 ’s ochtends gaan we dus in het donker op pad. Tijdens het wandelen zie ik al dat we in de wolken lopen en ik vrees dus dat de zonsopkomst er niet echt in zit. Dit vermoeden wordt bevestigd als we eenmaal boven zijn.

Vol verwachting zitten we, samen met zo’n 100 andere toeristen, te wachten tot de zon opkomt. De beloning van het beklimmen van Poonhill zou een prachtig 360 graden uitzicht moeten zijn. Maar daar kunnen we dus lang op wachten… Er hangt zoveel bewolking/ mist dat er werkelijk waar niets anders te zien is dan wittigheid. 1 keer komt er een bergje tevoorschijn en het gevolg is dat iedereen begint te applaudisseren en juichen, ook wel weer grappig.

What goes up, must come down

Na al die meters klimmen moeten we natuurlijk ook weer naar beneden, en daar bestaan de volgende 3 dagen uit. Had ik al gezegd dat ik een hekel aan trappen heb? Zelfs mijn geoefende kuiten hebben het er zwaar mee en worden met de dag stijver. Maar ach, wat zeur ik eigenlijk, ik loop in een schitterende omgeving. De laatste 2 dagen wijken we namelijk af van de normale toeristische route en deze omgeving is dus nog erg mooi en puur. Ik geniet zelfs van de dag dat we in de stromende regen lopen en ik allemaal bloedzuigers van mijn benen moet plukken, ja echt!

Uiteindelijk loop ik de route 1 dag sneller dan gepland. Dit komt omdat we op dag 4 al na 2 uur wandelen op de eigenlijke overnachtingsplek arriveren. Dat vond ik iets te snel dus we liepen nog 3,5 uur verder om in een volgende plaats te slapen. Op de zesde dag was het nog slechts 45 minuten lopen naar het eindpunt en hier nemen we een taxi terug naar Pokhara.

Dan gaan we relaxen ook!

En in Pokhara rust ik even lekker uit. Sinds het begin van mijn reis 2 maanden geleden ben ik bijna iedere dag wel op pad geweest, was het niet naar een volgende bestemming dan was het wel om een of andere toeristische trekpleister te bekijken. In Pokhara doe ik dat dus allemaal even niet. Goed oké, niet helemaal waar, ik bekijk 1 dag de belangrijkste bezienswaardigheden, en verder vermaak ik mij met lezen, drinken en eten in 1 van de vele loungetentjes aan het water. Verder regel ik ook even wat administratieve dingen (o.a. visa voor Myanmar en Vietnam en een aantal vluchten en hostels), bedenk ik hoe ik mijn tijd in Myanmar ga besteden en maak ik een grof overzicht voor de te bezoeken plaatsen in Vietnam en Australië. Al met al voelt het dus even als een vakantie tijdens een vakantie en dat had ik wel even nodig!

Back To Top